2018 – Snellere en gerichtere controles op zwavel en ballastwater dankzij nieuwe apparatuur
Met de nieuwe apparatuur kunnen de scheepvaartinspecteurs van de FOD Mobiliteit en Vervoer op het schip een eerste controle uitvoeren die een indicatie geeft over het zwavelgehalte in de brandstof. De inspecteurs kunnen zo gerichter stalen laten onderzoeken. Boetes voor een te hoge concentratie van zwavel kunnen oplopen tot 60.000 euro. Deze harde handhaving is nodig om het milieu te beschermen, maar ook om de rederijen te dwingen de nodige investeringen te doen. Wie niet in regel is, heeft een grote kans dat hij tegen de lamp loopt. Ook voor de controles van ballastwater werd nieuwe apparatuur aangekocht. Al is er hier nog geen wetgevend kader voor het opleggen van sancties.
Noordzee is een SECA zone
Zeeschepen gebruiken een lagere kwaliteit van brandstof met een hogere zwavelconcentratie. De zwaveldioxide in de uitlaatgassen is vervuilend voor de natuur en tast de gezondheid aan. Daarom moet in drukbevolkte gebieden andere brandstof met een lagere zwavelconcentratie gebruikt worden. De Noordzee is zo een Sulfur Emmission Control Area of SECA zone.
Dit betekent dat schepen, vooraleer ze de SECA zone binnenvaren, moeten overschakelen op andere laagzwavelige brandstof. Die schepen moeten dus uitgerust zijn met meerdere brandstoftanks. Bovendien is de brandstof met een lage zwavelconcentratie veel duurder. Wie deze investeringen niet doet, heeft een aanzienlijk economisch voordeel. Een doorgedreven handhavingsbeleid dient ook om deze investeringen af te dwingen en zo voor alle betrokkenen in de sector een gelijk speelveld te creëren (level playing field).
220 zwavelinspecties per jaar
Volgens Europese richtlijnen moet bij 10% van de zeeschepen in Belgische wateren een zwavelinspectie uitgevoerd worden. Dit betekent dat jaarlijks ongeveer 540 zeeschepen inspecteurs van de FOD Mobiliteit en Vervoer aan boord krijgen. Bij 40% hiervan, of 220 schepen, moeten stalen onderzocht worden in het labo. Het is natuurlijk de bedoeling om die schepen met een hoger risico eruit te halen.
De helft hiervan, ongeveer 110 schepen, worden aangebracht door collega’s van het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen die met een vliegtuigje uitgerust met een sniffer-sensor de zwaveluitstoot van schepen meten boven de Noordzee. Wanneer zij een te hoge concentratie meten, verwittigen zij de scheepvaartinspecteurs van de FOD Mobiliteit en Vervoer. Zodra het schip aanmeert in een Belgische haven, stappen de inspecteurs aan boord.
De nieuwe analysetoestellen worden vooral gebruikt bij at random controles. De inspecteurs nemen een staal van de brandstof en controleren deze onmiddellijk aan boord. Wanneer de meting aangeeft dat de zwavelnorm werd overschreden, nemen de inspecteurs drie stalen af. Eén staal blijft aan boord, twee stalen gaan voor analyse naar het labo. Op deze manier wordt enkel voor stalen met een te hoge concentratie de procedure opgestart en kosten voor het labo uitgegeven. Bij de overtreding wordt een Proces Verbaal opgesteld en de boete kan oplopen tot 60.000 euro.
De nieuwe toestellen werden in maart 2018 in gebruik genomen. In de loop van het jaar werden er een 100tal controles mee uitgevoerd. Een hogere meting werd later steeds door het labo bevestigd. De FOD Mobiliteit en Vervoer kocht drie toestellen. 8 inspecteurs volgden de opleiding om ermee te werken.
Ballastwater voorlopig nog zonder sancties
Ballastwater wordt gebruikt om de diepgang, stabiliteit en sterkte van een zeeschip te verbeteren wanneer het schip niet (volledig) geladen is. Jaarlijks wordt er ongeveer 10 miljard ton ballastwater over de wereld getransporteerd. Het water wordt in ballasttanks geladen en elders op de wereld weer gelost. Water, geladen in de vertrekhaven, komt daardoor terecht in “vreemd” water. Dit zorgt voor een verspreiding van organismen over de hele wereld die in een ander ecosysteem schade kunnen aanrichten. Zo ontstaat er overlast in de natuur doordat organismen in een gebied terechtkomen waar zij geen natuurlijke vijanden hebben, zoals bijvoorbeeld de Chinese Wolhandkrab in België.
Ballastwaterlozingen zijn gereglementeerd en kunnen zowel op zee als in de haven in speciaal uitgeruste tanks. Het ballastwater kan ook aan boord van het schip behandeld worden. Het behandelingssysteem zorgt ervoor dat slechts kleine hoeveelheden levensvatbare organismen achterblijven in het water om de negatieve effecten op het mariene milieu door de scheepvaart te minimaliseren.
De nieuwe meettoestellen worden vooral ingezet bij controles van ballastwater dat op het schip werd behandeld en dat naar buiten gepompt wordt. Inspecteurs nemen een staal van 20 ml. Het toestel meet het aantal en de grootte van de micro-organismen. Het is belangrijk om deze controles ter plaatse op het schip uit te voeren. Tijdens het transport van het staal kunnen licht en warmte het immers beïnvloeden.
Een staal met slechte waarden leidt vandaag nog niet tot een boete. De problematiek van het ballastwater staat internationaal op de agenda en de richtlijnen zullen in de toekomst strikter worden. Meer en meer schepen zullen worden uitgerust met een ballastwaterbehandelingssysteem waardoor de nood aan controles groter wordt.