Spoorbeleid

2018 – Nieuwe verklaring voor crisismanagement bij spoorgoederencorridors

In 2018 maakten de transportministers van de Benelux-landen, Zwitserland, Italië, Duitsland en Frankrijk afspraken over internationaal crisismanagement op spoorgoederencorridors. Aanleiding hiervoor was het incident bij Rastatt in 2017. Door een bodemverzakking konden er wekenlang geen goederentreinen rijden over de corridor Rijn-Alpen, met alle financiële en economische gevolgen van dien. Deze verklaring van Leipzig wil maatregelen bevorderen die de impact van toekomstige problemen moeten beperken.  

Rastatt 

Van 12 augustus tot en met 2 oktober 2017 was er geen treinverkeer mogelijk op de spoorlijn Karlsruhe – Basel. Deze spoorlijn is onderdeel van de spoorgoederencorridor Rijn – Alpen. In België loopt deze corridor ter hoogte van de havens van Zeebrugge, Gent en Antwerpen en gaat daarna via Duitsland, Zwitserland naar Noord-Italië. Dit is de drukste spoorgoederencorridor van Europa. De financiële schade is groot, naar schatting 2 miljard euro.  

De onderbreking heeft aangetoond hoe noodzakelijk het is om nationale spoornetwerken en spoorgoederencorridors Rijn-Alpen en Noordzee-Middellandse Zee op elkaar te laten aansluiten. Interoperabiliteit en harmonisatie tussen nationale spoornetwerken maken omleidingen voor internationale goederentreinen mogelijk in geval van onderbrekingen wegens werken of incidenten op spoor. 

Leipzig 

De verklaring van Leipzig wil maatregelen bevorderen die de betrouwbaarheid en de beschikbaarheid van het spoor moet verbeteren bij grote onderbrekingen in het goederenvervoer. Deze maatregelen betreffen de opmaak van een internationaal rampenplan, het vastleggen van omleidingsroutes, de vereenvoudiging van operationele regels bijvoorbeeld over de capaciteitsverdeling en de taal van de treinbestuurders. 

Volgende stappen 

De FOD Mobiliteit en Vervoer heeft, als voorzitter van de het Uitvoerend Comité van spoorgoederencorridor Noordzee – Middellandse Zee, samen met de Nederlandse collega’s, die voorzitter zijn van het Uitvoerend Comité van spoorgoederencorridor Rijn – Alpen, een lijst met actiepunten opgemaakt om de maatregelen voorzien in de verklaring van Leipzig uit te voeren. Alle betrokken staten zijn als rapporteurs verantwoordelijk voor het opvolgen van deze acties.  

De FOD Mobiliteit en Vervoer engageert zich voor deze punten:  

  • Het bepalen van het juridisch kader van een methode voor de capaciteitsverdeling op de spoorgoederencorridor en deze testen door pilootprojecten. Europese infrastructuurbeheerders (bijvoorbeeld Infrabel voor België) werken aan een nieuwe methode voor het reserveren van capaciteit. Goederenspoorondernemingen zouden de eerste begunstigden van de nieuwe methode worden. In geval  van onderbrekingen op een corridor, wordt het gemakkelijker om een andere reservatie te krijgen via een omleidingsroute. Deze methode wordt nog getest door pilootprojecten. 
    De FOD Mobiliteit en Vervoer leidde een internationale werkgroep met vertegenwoordigers van de verschillende staten, de Europese Commissie en de spoorwegsector. Het resultaat werd door alle betrokken partijen ingevoerd zodat de pilootprojecten uitgevoerd kunnen worden in een adequaat juridisch kader. 
  • Het opvolgen van de aanpassing van de regels voor het toekennen van capaciteit op Europees niveau bij internationale incidenten opvolgen. Op vraag van België evalueert de Europese Commissie deze regels en hoopt de eerste conclusies te publiceren in de loop van 2019.  
  • Het opvolgen van de publicatie van uitgebreide informatie over de uitrol van het veiligheidssysteem ETCS naar spoorondernemingen die Rijn-Alpen en Noordzee-Middellandse Zee spoorgoederencorridors gebruiken. Het systeem ETCS werd op Europees niveau ontwikkeld om de veiligheid en de interoperabiliteit tussen de nationale spoorwegennetten te verhogen. Momenteel heeft ieder land nog een eigen veiligheidssysteem. De spoorwegondernemingen worden dus geconfronteerd met hoeveelheid aan verschillende systemen. Alle EU lidstaten en Zwitserland voeren stap voor stap dit nieuwe systeem in.. Voor de spoorwegondernemingen is het belangrijk om te weten welke landen waar en wanneer overschakelen zodat zij de nodige investeringen kunnen inplannen. België is één van de koplopers op vlak van de uitrol ETCS. Infrabel streeft ernaar om tegen eind 2025 het volledige Belgische spoorwegnetwerk uitgerust te hebben. 
Back to top button